Simons Cabriolet pagina |
Ezelsoren: | De auto | Rondrijden | De Holden | De Suzuki | De Neon |
Toen ik naar Australië migreerde had ik
twee wensen, op autogebied. Eén was een vier-wiel-aangedreven auto, vanwege
alle ruige natuur hier. Dus kochten we onze Suzuki Vitara.
Na wat tochtjes op het strand en het platteland, deden we er weinig mee (behalve
dan gratis parkeren in de stad op een braakliggend stukje land) dus het was tijd
voor een nieuwe auto.
Andere redenen waren de leeftijd van de
Suzuki (van ’89), de mogelijke gebreken (remmen, radiator, vering en
airconditioning waren allemaal zo-zo) en mijn magistrale salarisverhoging toen
ik mijn nieuwe baan in April begon. Dus na eerst wat dromen over sportieve
uitvoeringen van de Mazda 323, Ford Laser of de Opel Astra, dacht ik over mijn
tweede auto-room: een cabriolet (vanwege al dat mooie weer hier) !!
In ons prijsbereik (wat
niet veel was, zeker aangezien we niet een té oude auto wilden) is er de keus
uit een omgebouwde auto (Renault Megane, Peugeot 206/306) of een ‘echte’
cabrio. Ik zou graag een echte cabrio hebben, maar de meesten zijn te duur (BMW
Z3, Honda S2000, Alfa Spider, Porsche Boxter, Mercedes SLK) of misschien meer
voor toekomstige dromen. Er bleven slechts 3 kandidaten over: de Mazda MX-5,
Toyota MR2 Spider en de MG-F.
Na wat onderzoek op het Internet (waar de
MG-F te onbetrouwbaar en de MR2 te nieuw werd gevonden) viel mijn keuze op de
MX-5 en onlangs hebben we er één gekocht.
Onze MX-5 is een
donkergroene uit maart 2000 (voor de technici onder u: model Mk 2),
met nog geen 18.000 kilometers op de teller. Het is een echte
tweezitter met weinig ruimte binnen of in de kofferbak. Het is
technisch gesproken dan ook geen cabriolet, maar een ‘roadster’.
De MX-5 staat ook bekend als de Miata (in Amerika) of de Eunos
(Japan). |
|
Ik geef toe dat het een erg onpraktisch
autootje is, vooral omdat er geen ruimte (of voorzieningen) is voor Joshua’s
stoeltje. Maar omdat we toch al een familie wagen hebben, en ik de MX-5
voornamelijk voor mijn werk gebruik (belasting aftrekbaar), laat ik dat de pret
niet drukken.
De motor is een 16-kleppen, 4-cylinder
van 1.8 liter. De motor zit voorin, maar drijft de achteras aan. Het is niet de
krachtigste motor op de markt, maar omdat het gewicht tamelijk laag is zijn de
prestaties ruim voldoende.
Binnenin twee kuipstoeltjes, een 5
versnellingsbak (met een mooi kort pookje), airconditioning en een CD-wisselaar
(die ruimte in de achterbak inneemt). Het is tamelijk krap, maar als je eenmaal
zit comfortabel genoeg. Vooral achter het stuur waaraan je je vast kunt houden als
je door de bochten scheurt.
De kofferbak is klein, maar (klaarblijkelijk)
genereus voor dit soort autootjes. Het is ondiep, maar rechthoekig met de accu
en een thuiskomertje eronder.
Het dak is zwart en werkt simpel. Twee
klemmen aan de voorkant, aan iedere kant kunnen gemakkelijk worden vast/los-gemaakt
vanuit de stoel. Het kost nog geen 10 seconden om het dak op of af te zetten.
Met het dak naar beneden ligt de hoedenplank vol. In het vouwdak zit een glazen
achterraam, wat een hele verbetering is (het oude model heeft een plastic ruit
die na verloop van tijd wat wazig wordt). Je kunt ook een ‘hardtop’ kopen (maar
dat is tamelijk duur en lang niet zo leuk).
|
In het begin was Lisa
er niet zo overtuigd van dat we een dure, onpraktische auto moesten kopen, maar
toen ik de auto thuisbracht voor een proefrit was ze verkocht.
Het is zo ‘gaaf’ om
mee rond te rijden. Omdat de auto zo laag bij de grond zit (met een laag
zwaartepunt) lijkt het allemaal (nog) harder te gaan en vooral in de bochten
ligt de auto alsop rails. Met open dak rijden voelt lekker vrij aan met de wind
in je haar (voor mij minder dan voor Lisa :-) en dat iedereen je nakijkt.
We proberen nu zoveel
mogelijk tripjes te vinden waar we Joshua niet hoeven mee
te nemen.
This page is also available in English